Het toen van nu: eendenkooien
Een grote plas water omringd door bomen is voor eenden een aantrekkelijke plek. Vanaf de middeleeuwen werden weidevogels en eenden gevangen om op te eten. Om de eenden gemakkelijker te vangen werden er eendenkooien gemaakt in gebieden met veel water. Zo ook in deze regio. Naar schatting zijn er mogelijk 18 kooien geweest op Wieringen. Die kun je nog altijd herkennen in het landschap.
Een eendenkooi bestaat altijd aan een waterplas waar een aantal sloten op uitkomen. Dit worden ook wel de vangpijpen genoemd. De kooiker lokt de eenden een vangpijp in door deze regelmatig te voeren. Aan het einde van de vangpijp staat een kist klaar waarin de eend wordt gevangen. Daarnaast zorgde de kooiker voor goede broedplaatsen door broedkorven te maken van wilgentenen.
De eerste beschermde natuurgebieden in ons landschap zijn eendenkooien. In een wijde straal rond een kooi mocht niemand de natuur verstoren. Dat was zo geregeld in zogenoemde ‘kooirechten’.
Eendenkooien in Wieringen
Twee eendenkooien zijn nog altijd in gebruik. Vanaf de jaren 80 is Staatsbosbeheer de eigenaar geworden van de Mulders kooi ten oosten van Hippolytushoef. De eenden worden gevangen voor wetenschappelijk onderzoek om bijvoorbeeld inzicht te krijgen in vogelziektes. Tussen de Haukes en de Hollebalg is de kooi van familie Slijkerman. Zij zijn de opvolgers van familie Kooyman die hier vanaf 1818 al gevestigd waren tot het moment dat de kooiker kwam te overlijden.
Het Kooibos ten zuiden van Hippolytushoef herinnert nog altijd aan de eendenkooi die hier ooit heeft gezeten. Het bos wordt onderhouden door een groep vrijwilligers, jong en oud. Om de vijver heen is net zoals vroeger een hekwerk gemaakt. Hier is Kernbeheer van de gemeente Hollands Kroon bij betrokken geweest.